Wat als ik met pensioen ga?

Let op: Hieronder leggen we (een onderdeel van) de pensioenregeling in algemene zin zo goed mogelijk uit. Om het duidelijk te houden gaan we hier niet in op details en afwijkende situaties. De precieze regels over wanneer, waar en voor wie recht ontstaat op pensioen vindt u terug in het pensioenreglement. Alleen daaraan kunt u rechten ontlenen.

Als u met pensioen gaat, ontvangt u een ouderdomspensioen. Dit ontvangt u vanaf uw 67e, maandelijks en zo lang u leeft.

  • Uw partnerpensioen komt te vervallen als u met pensioen gaat. Om te voorkomen dat bij uw overlijden uw partner geen uitkering krijgt wordt een deel van uw ouderdomspensioen geruild voor partnerpensioen. U kunt hier ook van afzien.
  • U heeft diverse keuzemogelijkheden als u met pensioen gaat. Zo kunt u uw pensioen verder aanpassen aan uw persoonlijke situatie. U kunt bijvoorbeeld kiezen voor een pensioen dat eerst hoger en vervolgens lager is. Of kunt u eerder of later dan op uw 67e met pensioen gaan. Als u maar heel weinig pensioen hebt opgebouwd,kan het zijn dat het pensioenfonds het pensioen wil afkopen. U krijgt dan een bedrag ineens.
  • U kunt een deel van uw partnerpensioen omzetten in extra ouderdomspensioen.
  • U heeft diverse keuzemogelijkheden als u met pensioen gaat. Zo kunt u uw pensioen verder aanpassen aan uw persoonlijke situatie. U kunt bijvoorbeeld kiezen voor een pensioen dat eerst hoger en vervolgens lager is. Of kunt u eerder of later dan op uw 67e met pensioen gaan. Als u maar heel weinig pensioen hebt opgebouwd,kan het zijn dat het pensioenfonds het pensioen wil afkopen. U krijgt dan een bedrag ineens.

Wat moet ik doen?

Als u eerder met pensioen wilt dan op de standaard pensioenleeftijd van 67 jaar, dan moet u dat zelf op tijd doorgeven aan het pensioenfonds. Over alle andere keuzemogelijkheden informeert ons pensioenfonds u. Dat gebeurt tenminste 6 maanden voordat u met pensioen gaat. Als u niet wilt dat een deel van uw ouderdomspensioen wordt geruild voor partnerpensioen, dan moet u dit aangeven. Vul dan binnen 20 werkdagen na ontvangst het formulier van het pensioenfonds daarvoor in. Uw partner moet dit meetekenen. In alle gevallen is het belangrijk dat u uw contactgegevens actueel houdt, zodat ons pensioenfonds u altijd weet te vinden.

Wilt u meer informatie?

Hieronder vindt u meer informatie over:

Hoe hoog is (of wordt) uw pensioenuitkering van het Transavia pensioenfonds?
De hoogte van uw ouderdomspensioen hangt onder andere af van het aantal jaren dat u pensioen hebt opgebouwd bij Transavia en eventuele andere werkgevers. Bij Transavia hebben we een middelloonregeling op basis van een collectieve beschikbare premie. De middelloonregeling houdt in dat u per jaar pensioen opbouwt over het pensioengevend salaris dat u in dat jaar verdient. Uw uiteindelijke pensioen is de optelsom van de pensioenen die u elk jaar heeft opgebouwd. Bij de vraag ‘Wat is een pensioenregeling op basis van een collectieve beschikbare premie?’ kunt u hier meer over lezen. Over de hoogte van uw andere pensioenen bij ons pensioenfonds, het partner- en wezenpensioen, kunt u lezen onder Wat als ik kom te overlijden?.

Waar vindt u een overzicht van de hoogte van uw Transavia pensioen?
Elke deelnemer (werknemer) aan onze pensioenregeling en elke pensioengerechtigde krijgt jaarlijks van verzekeraar Aegon een overzicht van het opgebouwde pensioen. Dit is het UPO, het uniform pensioenoverzicht. Bent u bij Transavia komen werken vóór 2013 dan krijgt u ook nog een overzicht van verzekeraar Nationale Nederlanden. U heeft daar immers ook pensioen opgebouwd. Oud-medewerkers die nog niet met pensioen zijn krijgen dit eenmaal per 5 jaar. Daarnaast kunt u altijd uw volledig opgebouwde pensioen en nog op te bouwen pensioen zien op mijnpensioenoverzicht.nl. Hierin zijn ook de AOW en pensioenen die u bij eventuele andere werkgevers hebt opgebouwd opgenomen.

Wat is een pensioenregeling op basis van een collectieve beschikbare premie?
Bij een collectief beschikbare premieregeling blijven de inkomsten (de premie) en de uitgaven (alle pensioenen die nu en in de toekomst moeten worden uitgekeerd) in balans. Het risico wordt door het collectief van deelnemers gedragen. Dat houdt in dat de verantwoordelijkheid van Transavia beperkt is tot de betaling van een vaste premie aan het pensioenfonds. Dit heeft als gevolg dat Transavia niet bijspringt als het pensioenfonds een tekort kent. Maar ook geen recht heeft op eventuele overschotten van het pensioenfonds. Hiermee is in de financiering en de hoogte van de premie rekening gehouden.

Wat zijn de risico’s van dit systeem?
Transavia betaalt jaarlijks een vaste premie aan het pensioenfonds. Samen met de door de deelnemers te betalen bijdragen wordt deze premie gebruikt om de totale (uitvoerings-)kosten van het pensioenfonds te financieren. Onder normale omstandigheden is deze totale premie voldoende om de pensioenen zoals beschreven in het pensioenreglement op te bouwen. Dit is echter geen zekerheid. Dat betekent dat het risico van te weinig geld in het pensioenfonds uiteindelijk voor rekening komt van de deelnemers (werknemers). Met andere woorden: de nog op te bouwen pensioenen zijn niet gegarandeerd. Als het pensioenfonds dus een jaar te weinig geld heeft, dan zal er dat jaar geen of minder pensioen worden opgebouwd. En omgekeerd geldt dat als het pensioenfonds een overschot heeft, dit kan worden gegeven aan één of meer groepen belanghebbenden in het fonds. Bijvoorbeeld door de korting ongedaan te maken of door het verhogen van het pensioen met een toeslag.

Hoe wordt uw pensioen berekend?
De hoogte van het ouderdomspensioen wordt bepaald door het volgende:

  1. het aantal jaren dat u pensioen opbouwde bij Transavia
  2. Uw gemiddeld verdiende pensioengevend salaris. Het pensioengevend salaris is het salaris inclusief alle elementen die meetellen bij de vaststelling van het levenslang ouderdomspensioen.Dit is gelijk aan12 maal het bruto maandsalaris vermeerderd met de vakantie uitkering en met indien van toepassing de wisseldiensttoeslag, persoonlijke toeslag en marktwaarde toeslag.
  3. het pensioenopbouwpercentage. Met ingang van 1 januari 2017 bedraagt het opbouwpercentage voor het ouderdomspensioen 1,70%.
  4. De franchise. Dit is een deel van uw salaris waarover geen pensioen wordt opgebouwd. Dit vindt de overheid niet nodig omdat u ook AOW ontvangt. In 2017 is de franchise 18.678 euro.
  5. De financiele positie van het pensioenfonds. Is de financiele situatie van het fonds niet goed, dan kan er in een of meerdere jaren minder pensioen worden opgebouwd dan het opbouwpercentage zoals hierboven onder 3. wordt genoemd.En het is mogelijk dat het pensioenfondsbestuur incidenteel besluit de pensioenen te verhogen met een toeslag

Hoe hoog is uw pensioenopbouw in een jaar?
Stap 1: als u de pensioenopbouw voor 1 jaar bereknt neemt u hier 1 jaar.
Stap 2: Stel het opbouwpercentage voor uw pensioen vast (1,70%)
Stap 3: Bereken de pensioengrondslag. Bereken hiervoor eerst het pensioengevend salaris in een jaar. Trek hier de franchise van af (18.678 euro)
Stap 4: vermenigvuldig de uitkomsten van stap 1,2 en 3 met elkaar.

Voorbeeld:
Esther Venema is 30 jaar en verdient € 2.500 bruto per maand met daarbij € 600 bruto persoonlijke toeslag. Haar vakantieuitkering bedraagt € 2.400 Esther is op 1 januari 2010 bij Transavia in dienst gekomen. Zij wil weten hoe hoog het pensioen is dat ze per jaar opbouwt. En ook welk pensioen ze in totaal tot haar 67e kan opbouwen.

Stap 1: Voor de pensioenopbouw voor 1 jaar rekenen we met 1 jaar opbouw. Als we ook het totaal op te bouwen pensioen willen berekenen, nemen we de jaren tussen 2010 ( datum start pensioenopbouw) en 67. Omdat Esther in 2010 30 was, kan zij maximaal 37 jaar pensioen opbouwen.

Stap 2: Esther heeft een opbouwpercentage van 1,70%.

Stap 3: Het pensioengevend salaris is 12*2500 (salaris)+600 (persoonlijke toeslag)= €30.600 + 2400 (vakantieuitkering) = € 33.000 De pensioengrondslag is nu 33.000 min de franchise van 18.678 = € 14.322

Stap 4: De pensioenopbouw in 1 jaar bedraagt 1*1,70%*14.322=243,47 bruto per jaar. Als zij dit salaris tot haar 67e behoudt, dan is de hoogte van haar ouderdomspensioen op 67 jarige leeftijd 37 (dienstjaren) *1,70% (opbouwpercentage)*14.322 (pensioengrondslag) = 9008 bruto per jaar. Dit is het levenslange bruto ouderdomspensioen dat Esther ontvangt bovenop haar AOW uitkering vanaf haar pensionering tot aan haar overlijden

U heeft een aantal keuzemogelijkheden. Hiermee kunt u uw pensioen aanpassen aan uw persoonlijke situatie als u met pensioen wilt gaan (dit geldt ook voor oud-werknemers):

  1. Uitruil ouderdomspensioen in partnerpensioen
  2. Uitruil partnerpensioen in ouderdomspensioen
  3. Eerder met pensioen of gedeeltelijk eerder met pensioen
  4. Eerst een hoger pensioen.
  5. Eerder met pensioen of gedeeltelijk eerder met pensioen

Aegon en mogelijk NN informeert u tenminste 6 maanden voordat u met pensioen gaat over uw pensioen en over de keuzemogelijkheden die u heeft. Uiterlijk zes maanden voor pensionering krijgt u van hen een brief met de bijbehorende formulieren. Daarin worden de te maken keuzes uitgelegd. Door het formulier ingevuld en ondertekend door uzelf en (als u die heeft) uw partner binnen 20 werkdagen aan Aegon en eventueel NN terug te sturen kunnen zij uw keuzes meestal uitvoeren. In sommige gevallen moet Transavia hier eerst mee instemmen. Bekijk goed de voor- en nadelen van de te maken keuzes. Vraag zo nodig extra informatie bij Aegon op of advies bij een pensioenadviseur. Een beslissing over de keuzemogelijkheden is eenmalig en niet terug te draaien.

Het partnerpensioen tijdens het deelnemerschap is verzekerd op risicobasis. Dit betekent dat uw partner alleen een partnerpensioen krijgt als u overlijdt tijdens het bestaan van het dienstverband met Transavia. Op de pensioendatum vervalt de verzekering van het partnerpensioen. Uw partner krijgt dan dus geen uitkering meer na uw overlijden. Om dit te voorkomen wordt een deel van uw ouderdomspensioen standaard geruild voor partnerpensioen. Dit partnerpensioen wordt 70% van het overgebleven ouderdomspensioen. Uw ouderdomspensioen wordt dan lager. Hoeveel lager wordt voor u uitgerekend. U kunt hier ook van afzien. U heeft dit keuzerecht als u uit dienst gaat bij Transavia maar nog niet met pensioen, en als u met pensioen gaat.

Let op: maakt u geen keuze, dan wordt een deel van uw ouderdomspensioen automatisch geruild voor partnerpensioen. Zo voorkomen we dat uw partner onbedoeld geen uitkering krijgt bij uw overlijden.

Voorbeeld
Het opgebouwde ouderdomspensioen van Lize Ibrahim is € 15.000 op haar pensioendatum. De man van Lize heeft geen eigen inkomen en daarom wil zij een deel van haar ouderdomspensioen ruilen tegen een partnerpensioen. Als het ouderdomspensioen wordt verlaagd naar ongeveer € 12.000 dan wordt het partnerpensioen ongeveer € 8.500 bruto per jaar.

Hoe geeft u uw keuze door?
Hiervoor geldt hetgeen hierboven staat onder de vraag ‘Hoe maakt u een keuze’. Laat u niets binnen 20 werkdagen horen, dan wordt automatisch een deel van uw ouderdomspensioen omgezet in partnerpensioen. Dit geldt bij uitdienst gaan en bij pensionering. Zo loopt u niet het risico dat bij uw overlijden er geen pensioenuitkering is voor uw partner. Als bij uitdienst gaan een partnerpensioen is verzekerd, dan kunt u opnieuw bij pensionering uw keuze maken. U kunt dan eventueel, met toestemming van uw partner, beslissen om het partnerpensioen terug te ruilen in extra ouderdomspensioen.

Partnerpensioen is de uitkering die uw partner ontvangt vanaf uw overlijden tot zijn of haar overlijden. Levenslang dus. Uw partnerpensioen vervalt als u uitdienst gaat of met pensioen. Om te voorkomen dat bij uw overlijden uw partner geen uitkering krijgt wordt een deel van uw ouderdomspensioen standaard geruild voor partnerpensioen. U kunt hier ook van afzien. Als bij uitdienst gaan een partnerpensioen is verzekerd, dan kunt u opnieuw bij pensionering uw keuze maken. U kunt dan eventueel, met toestemming van uw partner, beslissen om het partnerpensioen terug te ruilen in extra ouderdomspensioen.

Misschien wilt u eerder stoppen met werken dan de standaard pensioenleeftijd van 67. Dit is mogelijk. Voor de deelnemer (werknemer), maar ook voor de oud-werknemer die al uit dienst is. U kunt al vanaf uw 60ste met pensioen. De deelnemer kan daarnaast er ook voor kiezen om gedeeltelijk eerder met pensioen te gaan. Bijvoorbeeld al 2 dagen met pensioen op uw 62ste en nog 3 dagen blijven werken. U ontvangt dan een deel van uw pensioenuitkering en nog een deel salaris. Dit kan alleen met toestemming van Transavia. Maar eerder (gedeeltelijk) met pensioen gaan is duur. Want u spaart minder jaren voor uw pensioen en het pensioen wordt langer uitgekeerd. Uw pensioenuitkering wordt dus (veel) lager dan als het pensioen gewoon op 67 ingaat. Aegon kan voor u uitrekenen hoe hoog uw pensioen wordt als u het eerder (gedeeltelijk)laat ingaan. Mocht u ook nog een deel pensioen bij NN hebben staan, dan is het verstandig ook een check door hen te laten doen.

Hoe geeft u uw keuze door?
Bent u in dienst bij Transavia en wilt u eerder met pensioen dan op de standaard pensioenleeftijd van 67 jaar? Dat kan. Geeft u dan uw keuze uiterlijk 6 maanden voor uw gewenste pensioendatum door aan Transavia. Indien Transavia het verzoek goedkeurt, dan stuurt zij het door naar het pensioenfonds. Bent u oud-werknemer stuurt u dan uw wens voor eerdere pensionering aan Aegon. En ook aan NN, als u voor 1 januari 2013 bij ons heeft gewerkt. Dit moet uiterlijk 6 maanden voor de gewenste pensioendatum. U krijgt uiterlijk 3 maanden voor uw gewenste pensioendatum informatie over hoe hoog uw pensioen wordt op de gewenste pensioendatum. Indien u akkoord gaat kunt u het voorstel dat meegestuurd wordt tekenen en terugsturen zodat het verzoek verwerkt kan worden en uw pensioen uitbetaald zal worden.

Standaard is dat u elk jaar dezelfde pensioenuitkering ontvangt. Vanaf pensionering tot aan uw overlijden blijft de uitkering dus even hoog. Maar u kunt er voor kiezen om eerst een aantal jaren een hogere uitkering te ontvangen, en de jaren er na een lagere. Dit kan ook als u eerder dan de standaard leeftijd van 67 met pensioen wilt. Misschien wilt u dit omdat u verwacht de eerste jaren na pensionering meer geld nodig te hebben dan de jaren daarna. Bijvoorbeeld omdat u eerder dan de AOW-leeftijd wilt stoppen met werken en daarom nog geen AOW ontvangt. Aegon kan voor u uitrekenen hoe hoog het hogere en het lagere pensioen wordt. Kiest u voor eerdere pensionering op leeftijd 64 of eerder? Dan kunt u tot leeftijd 65 of tot leeftijd 70 tijdelijk een hogere uitkering ontvangen. Kiest u voor pensionering na leeftijd 64? Dan kunt u tot leeftijd 70 tot 75 tijdelijk een hogere uitkering ontvangen.

Voorbeeld
Evert Machielsen is 67 jaar. Hij heeft een pensioenuitkering bij ons pensioenfonds opgebouwd van € 12.000 bruto per jaar. Hij wil met pensioen gaan en de eerste jaren veel reizen. Dat kost geld. Evert denkt dat hij na een jaar of 2 a 3 niet meer zo vaak op reis zal gaan. Hij wil daarom de eerste jaren van pensionering een hogere uitkering ontvangen dan de jaren er na. Hij kan er voor kiezen om van zijn 67ste tot zijn 70ste ongeveer € 14.000 per jaar te ontvangen. De jaren vanaf zijn 70ste tot aan zijn overlijden ontvangt hij dan ongeveer € 10.500 per jaar.

Hoe geeft u uw keuze door?
Ook hier geldt weer dat u uw keuze uiterlijk 6 maanden voor uw pensioendatum doorgeeft aan het pensioenfonds. U krijgt uiterlijk 3 maanden voor uw pensioendatum informatie over hoe hoog uw uitkeringen dan worden. Indien u akkoord gaat kunt u het voorstel dat meegestuurd wordt tekenen en terugsturen zodat het verzoek verwerkt kan worden en uw pensioen uitbetaald zal worden.

De waarde van opgebouwd pensioen kan elk jaar afnemen vanwege inflatie/prijsstijgingen. Door middel van toeslagen kan deze waarde zo veel mogelijk op peil worden gehouden. Pensioenfondsen kennen hiervoor een toeslagbeleid.

Sinds 1 januari 2015 is het toeslagbeleid van het pensioenfonds gewijzigd in ‘niet doelgericht’. Dit betekent dat het pensioenfonds niet meer de ambitie heeft om de pensioenen jaarlijks te verhogen. Uw pensioen is dus niet waardevast. Uw opgebouwde pensioen zal daarom in waarde afnemen, elk jaar dat er inflatie is. Toch kan het bestuur van het pensioenfonds in een bepaald jaar besluiten om een toeslag te geven. Dit zal alleen zo zijn als het pensioenfonds voldoende geld heeft. Omdat bovendien de wettelijke eisen streng zijn, zullen toeslagen vermoedelijk niet vaak worden gegeven.

Uw pensioenfonds heeft de opgebouwde pensioenen van de actieve deelnemers (de werknemers) de afgelopen 10 jaar als volgt verhoogd:

Geboren voor 1 januari 1950

Per Over periode Verhoging Prijsinflatie
1 juli 2017 1 juli 2016 t/m 30 juni 2017 1, 57% 0,52%
1 juli 2016 1 juli 2015 t/m 30 juni 2016 0,00% 0,45%

Voor de jaren er voor geldt dat de opgebouwde pensioenen altijd zijn verhoogd met het percentage waarmee iemands loon werd verhoogd. Dit is gebruikelijk in het type pensioenregeling dat Transavia toen had voor deze werknemers (dit was een eindloonregeling).

Geboren op of na 1 januari 1950

Per Over periode Verhoging Prijsinflatie
1 juli 2017 1 juli 2016 t/m 30 juni 2017 1,57% 0,52%
1 juli 2016 1 juli 2015 t/m 30 juni 2016 0,00% 0,45%
1 juli 2015 1 juli 2014 t/m 30 juni 2015 0,00% -0,11%
1 juli 2014 1 juli 2013 t/m 30 juni 2014 0,8% 0,74%

Uw pensioenfonds heeft de opgebouwde pensioenen van de inactieve deelnemers (de oud werknemers en de pensioengerechtigden) de afgelopen 10 jaar als volgt verhoogd:

In dienst voor 1 januari 2006

Per Over periode Verhoging Prijsinflatie
1 juli 2017 1 juli 2016 t/m 30 juni 2017 1,57% 0,52%
1 juli 2016 1 juli 2015 t/m/ 30 juni 2016 0,00% 0,45%
1 juli 2015 1 juli 2014 t/m 30 juni 2015 0,8% -0,11%
1 juli 2014 1 juli 2013 t/m 30 juni 2014 0,8% 0,74%
1 juli 2013 1 juli 2012 t/m 30 juni 2013 1,25% 1,59%
1 juli 2012 1 juli 2011 t/m 30 juni 2012 0,00% 2,05%
1 juli 2011 1 juli 2010 t/m 30 juni 2011 0,23% 1,90%
1 juli 2010 1 juli 2009 t/m 30 juni 2010 0,00% 0,67%
1 juli 2009 1 juli 2008 t/m 30 juni 2009 0,00% 1,44%
1 juli 2008 1 juli 2007 t/m 30 juni 2008 0,00% 1,91%
1 juli 2007 1 juli 2006 t/m 30 juni 2007 0,00% 1,25%

In dienst na 1 januari 2006

Per Over periode Verhoging Prijsinflatie
1 juli 2017 1 juni 2016 t/m 30 juni 2017 1,57% 0,52%
1 juli 2016 1 juni 2015 t/m 30 juni 2016 0,00% 0,45%
1 juli 2015 1 juli 2014 t/m 30 juni 2015 0,00% -0,11%
1 juli 2014 1 juli 2013 t/m 30 juni 2014 0,8% 0,74%
1 juli 2013 1 juli 2012 t/m 30 juni 2013 1,25% 1,59%
1 juli 2012 1 juli 2011 t/m 30 juni 2012 1,75% 2,05%
1 juli 2011 1 juli 2010 t/m 30 juni 2011 1,48% 1,90%
1 juli 2010 1 juli 2009 t/m 30 juni 2010 0,45% 0,67%
1 juli 2009 1 juli 2008 t/m 30 juni 2009 0,91% 1,44%
1 juli 2008 1 juli 2007 t/m 30 juni 2008 2,04% 1,91%
1 juli 2007 1 juli 2006 t/m 30 juni 2007 1,75% 1,25%

Uw pensioenfonds heeft de opgebouwde pensioenen in de laatste 10 jaar niet gekort. Uw opgebouwde pensioen kan niet gekort worden, omdat het pensioenfonds een garantiecontract met Nationale Nederlanden en Aegon heeft afgesloten. Dit betekent dat de verzekeraars de pensioenen die u opgebouwd heeft garanderen. Dit is een nominale garantie: als u nu € 25.000 aan opgebouwd pensioen heeft, keert de verzekeraar op uw pensioendatum € 25.000 uit.

Als de financiële positie van een pensioenfonds niet voldoende is om de pensioenen te kunnen uitkeren, dan kan het pensioenfonds maatregelen treffen. Bijvoorbeeld toekomstige opbouw korten. Een pensioenfonds moet dan ook een herstelplan opstellen. Ons pensioenfonds heeft geen maatregelen hoeven treffen en heeft dus ook geen herstelplan.

Als u een klein pensioen heeft opgebouwd, kan het zijn dat ons pensioenfonds of u zelf uw pensioen wil afkopen. Voor 2017 is een klein pensioen een pensioenuitkering dat minder dan 467,89 euro bruto per jaar bedraagt. Door de afkoop wordt de waarde van uw pensioen in een keer aan u uitbetaald onder aftrek van loonbelasting. Dit betekent dat er dan geen pensioen meer voor u bij Aegon staat.

Ook al woont u in het buitenland, u blijft verplicht in Nederland belasting te betalen over uw pensioen. Alleen als u gaat wonen in een land waarmee Nederland een verdrag heeft gesloten kan de Belastingdienst aan het pensioenfonds toestemming geven om geen loonbelasting in te houden. Voor meer informatie over dit onderwerp verwijzen wij u naar de website van de Belastingdienst. Zodra u in het buitenland woont, bent u niet meer verzekerd voor de Nederlandse volksverzekeringen en stopt uw AOW opbouw. Indien u dat wilt en nog niet de AOW-pensioenleeftijd heeft bereikt, kunt u deze verzekeringen en de AOW-opbouw vrijwillig voortzetten. Dit moet u dan wel zelf regelen binnen één jaar na vertrek naar het buitenland. De premie hiervoor dient u zelf rechtstreeks aan de SVB te betalen. De SVB is de uitvoerder van de volksverzekeringen en de AOW. Op de website svb.nl vindt u alle informatie.

Verhuist u binnen Nederland dan hoeft u dit alleen door te geven aan de gemeente. Onze pensioenuitvoerders ontvangen deze melding dan automatisch. Verhuist u naar een ander land of wijzigt uw bank- of gironummer, dan bent u verplicht om dit zo snel mogelijk schriftelijk aan het pensioenfonds te melden. Ook ingeval van wijziging in uw persoonlijke leefomstandigheden (huwelijk, echtscheiding, partnerschap, kinderen e.d.) bent u verplicht dit door te geven aan het pensioenfonds. Geeft u dit niet of niet tijdig door, dan kan dit van invloed zijn op uw recht op pensioenuitkeringen. Hiervoor kunt u contact opnemen met de heer Paul Jenner (tel. 020-6046438 of via mail paul.jenner@transavia.com).

Vragen of meer informatie?

Hebt u nog vragen of wilt u meer informatie over de pensioenregeling? U kunt terecht bij het secretariaat van ons pensioenfonds SPTGC (secretariaatSPTGC@transavia.com).

Behoort u tot deelnemersgroep 1 (in dienst voor 1 januari 2006)?

De hoogte van het ouderdomspensioen wordt bepaald door het volgende:

  1. het aantal jaren dat u pensioen opbouwde bij Transavia
  2. uw gemiddeld verdiende pensioengevend salaris. Het pensioengevend salaris is het salaris inclusief alle elementen die meetellen bij de vaststelling van het levenslang ouderdomspensioen. Dit is gelijk aan 12 maal het bruto maandsalaris vermeerderd met de vakantie-uitkering en met – indien van toepassing – de wisseldiensttoeslag, persoonlijke toeslag en marktwaardetoeslag.
  3. het pensioen opbouwpercentage. Met ingang van 1 januari 2017 bedraagt het jaarlijkse opbouwpercentage voor het ouderdomspensioen: 1,48%.
  4. de franchise. Dit is een deel van uw salaris waarover geen pensioen wordt opgebouwd. Dit vindt de overheid niet nodig omdat u ook AOW ontvangt. In 2017 is die € 17.802.
  5. de financiële positie van het pensioenfonds. Is de financiële situatie van het fonds niet goed, dan kan er in één of meerdere jaren minder pensioen worden opgebouwd dan het opbouwpercentage zoals hierboven onder 3. wordt genoemd. En het is mogelijk dat het pensioenfondsbestuur incidenteel besluit de pensioenen te verhogen met een toeslag.

Hoe hoog is uw pensioenopbouw in een jaar?
Stap 1: als u de pensioenopbouw voor 1 jaar berekent neemt u hier 1 jaar.
Stap 2: stel het opbouwpercentage voor uw pensioen vast .
Stap 3: Bereken de pensioengrondslag. Bereken hiervoor eerst het pensioengevend salaris in een jaar. Trek hier de franchise van af .
Stap 4: vermenigvuldig de uitkomsten van stap 1, 2 en 3 met elkaar.

Voorbeeld
Esther Venema is 30 jaar en verdient € 2.500 bruto per maand met daarbij € 600 bruto persoonlijke toeslag. Haar vakantieuitkering bedraagt € 2.400. Esther is op 1 januari 2010 bij Transavia in dienst gekomen. Zij wil weten hoe hoog het pensioen is dat ze per jaar opbouwt. En ook welk pensioen ze in totaal, tot haar 67ste, kan opbouwen.

Stap 1: voor de pensioenopbouw voor 1 jaar rekenen we met 1 jaar opbouw. Als we ook het totaal op te bouwen pensioen voor Esther willen berekenen, nemen we de jaren tussen 2010 (datum start pensioenopbouw) en 67. Omdat Esther in 2010 30 was, kan zij maximaal 37 jaar pensioen opbouwen.
Stap 2: Esther heeft een opbouwpercentage van 1,48% per jaar.
Stap 3: het pensioengevend salaris is 12 * 2.500 (salaris) + 600 (persoonlijke toeslag) = € 30.600 + 2.400 (vakantieuitkering) = €33.000. De pensioengrondslag is nu 33.000 min de franchise van 17.802 = € 16.198.
Stap 4: de pensioenopbouw in 1 jaar bedraagt 1 * 1,48% * 16.198 = 239,73 bruto per jaar.

Als Esther dit salaris tot haar 67ste houdt, dan is de hoogte van haar ouderdomspensioen op 67-jarige leeftijd 37 (dienstjaren) * 1,48% (opbouwpercentage) * 16.198 (pensioengrondslag) = 8870 bruto per jaar. Dit is het levenslange bruto ouderdomspensioen dat Esther ontvangt bovenop haar AOW-uitkering vanaf haar pensionering tot aan haar overlijden.

Als u eerder met pensioen wilt dan op de standaard pensioenleeftijd van 67 jaar, dan moet u dat zelf op tijd doorgeven aan het pensioenfonds. Over alle andere keuzemogelijkheden informeert ons pensioenfonds u. Dat gebeurt tenminste 6 maanden voordat u met pensioen gaat.

Wat is partnerpensioen?
Partnerpensioen is de uitkering die uw partner ontvangt vanaf uw overlijden tot zijn of haar overlijden. Levenslang dus. Uw partnerpensioen vervalt niet als u uitdienst gaat of met pensioen. U kunt er op de pensioendatum, samen met uw partner, voor kiezen om dit partnerpensioen helemaal of voor een deel te ruilen tegen extra ouderdomspensioen. Deze ruil kent een voor- en een nadeel. Het voordeel van ruilen is dat u een hoger ouderdomspensioen krijgt. Het nadeel is dat er aan uw partner geen partnerpensioen wordt uitgekeerd als u eerder dan uw partner overlijdt. Kiest u voor het ruilen van een deel van het partnerpensioen in een hoger ouderdomspensioen? Dan is er een (veel) lager partnerpensioen dan eerst het geval was. Wat voor u verstandig is, hangt af van uw situatie. Heeft uw partner een eigen inkomen, dan is het misschien een idee om een deel van het partnerpensioen te ruilen. Is uw partner financieel afhankelijk van u? Dan kunt u waarschijnlijk het beste het partnerpensioen niet ruilen. Misschien is het dan juist een idee om een deel van uw ouderdomspensioen te ruilen voor een hoger partnerpensioen. Als u op uw pensioendatum geen partner heeft, dan wordt uw partnerpensioen automatisch geruild tegen een hoger ouderdomspensioen.

Wat zijn de keuzemogelijkheden bij pensionering?
Het partnerpensioen is verzekerd op opbouwbasis. Dat betekent dat ook bij pensionering er een partnerpensioen blijft bestaan. En het betekent ook dat als u geen partner heeft, u toch partnerpensioen opbouwt. Op de pensioeningangsdatum wordt dan het partnerpensioen automatisch uitgeruild voor een hoger ouderdomspensioen.

Voorbeeld
Het opgebouwde ouderdomspensioen van Lize Ibrahim is € 15.000 op haar pensioendatum. De man van Lize heeft geen eigen inkomen en daarom wil zij een deel van haar ouderdomspensioen ruilen tegen een partnerpensioen. Als het ouderdomspensioen wordt verlaagd naar ongeveer € 12.000 dan wordt het partnerpensioen ongeveer € 8.500 bruto per jaar.

Hoe geeft u uw keuze door?
Hiervoor geldt hetgeen hierboven staat onder de vraag ‘Hoe maakt u een keuze’.

Laat u niets binnen 20 werkdagen horen, dan wordt er niet een deel van uw ouderdomspensioen geruild voor extra partnerpensioen. Als bij uitdienst gaan een partnerpensioen is verzekerd, dan kunt u opnieuw bij pensionering uw keuze maken. U kunt dan eventueel, met toestemming van uw partner, beslissen om het partnerpensioen terug te ruilen in extra ouderdomspensioen.