FAQ

Misschien wilt u eerder stoppen met werken dan de standaard pensioenleeftijd van 67. Dit is mogelijk. Voor de deelnemer (werknemer), maar ook voor de oud-werknemer die al uit dienst is. U kunt al vanaf uw 60ste met pensioen. U kunt er daarnaast ook voor kiezen om gedeeltelijk eerder met pensioen te gaan. Bijvoorbeeld al 2 dagen met pensioen op uw 62ste en nog 3 dagen blijven werken. U ontvangt dan een deel van uw pensioenuitkering en nog een deel salaris. Dit kan alleen met toestemming van Transavia. Bent u in dienst bij Transavia en wilt u eerder met pensioen? Geeft u dan uw keuze uiterlijk 6 maanden voor uw gewenste pensioendatum door aan Transavia. Indien Transavia het verzoek goedkeurt dan stuurt zij het door naar het pensioenfonds. Bent u oud-werknemer stuurt u dan uw wens voor eerdere pensionering aan Aegon. En ook aan NN, als u voor 1 januari 2013 bij ons heeft gewerkt. Dit moet uiterlijk 6 maanden voor de gewenste pensioendatum. U krijgt uiterlijk 3 maanden voor uw gewenste pensioendatum informatie over hoe hoog uw pensioen wordt op de gewenste pensioendatum. Indien u akkoord gaat kunt u het voorstel dat meegestuurd wordt tekenen en terugsturen zodat het verzoek verwerkt kan worden en uw pensioen uitbetaald zal worden.

Wilt u meer informatie over de keuzemogelijkheden als u met pensioen gaat, zie Wat als ik met pensioen ga?.

Hoeveel pensioen u later krijgt, vindt u terug op uw pensioenoverzicht. Elke deelnemer (werknemer) aan onze pensioenregeling krijgt jaarlijks van verzekeraar Aegon een overzicht van het opgebouwde pensioen. Dit is het UPO, het uniform pensioenoverzicht. Bent u bij Transavia komen werken vóór 2013 dan krijgt u ook nog een overzicht van verzekeraar Nationale Nederlanden. U heeft daar immers ook pensioen opgebouwd. Oud-medewerkers die nog niet met pensioen zijn krijgen dit eenmaal per 5 jaar. Op dit overzicht vindt u ook het pensioen dat u kunt bereiken als u tot uw pensioendatum bij Transavia in dienst blijft. Daarnaast kunt u altijd uw opgebouwde pensioen en nog op te bouwen pensioen zien op mijnpensioenoverzicht.nl. Hierin zijn ook de AOW en pensioenen die u bij eventuele andere werkgevers hebt opgebouwd opgenomen.

Wilt u weten hoe uw pensioen wordt berekend, zie Wat als ik met pensioen ga?.

Aegon en mogelijk NN informeert u tenminste 6 maanden voordat u met pensioen gaat over uw pensioen en over de keuzemogelijkheden die u heeft. Uiterlijk zes maanden voor pensionering krijgt u van hen een brief met de bijbehorende formulieren. Daarin worden de te maken keuzes uitgelegd. Door het formulier ingevuld en ondertekend door uzelf en (als u die heeft) uw partner binnen 20 werkdagen aan Aegon en eventueel NN terug te sturen kunnen zij uw keuzes meestal uitvoeren. In sommige gevallen moet Transavia hier eerst mee instemmen. Wilt u eerder met pensioen dan op de standaard pensioenleeftijd van 67 jaar? Dat kan Geeft u dan uw keuze uiterlijk 6 maanden voor uw gewenste pensioendatum door aan Transavia. Indien Transavia het verzoek goedkeurt, dan stuurt zij het door naar het pensioenfonds. Bent u oud-werknemer stuurt u dan uw wens voor eerdere pensionering aan Aegon. En ook aan NN, als u voor 1 januari 2013 bij ons heeft gewerkt. Dit moet uiterlijk 6 maanden voor de gewenste pensioendatum.

Wilt u meer informatie over de keuzemogelijkheden als u met pensioen gaat, zie Wat als ik met pensioen ga?.

Of het pensioenfonds er goed voor staat, wordt meestal uitgedrukt door de dekkingsgraad. Die geeft aan of er voldoende geld is. Voldoende geld om de opgebouwde pensioenen straks eventueel te kunnen verhogen. De opgebouwde pensioenen zelf zijn gegarandeerd door de verzekeraar. En kunnen dus niet gekort worden. Of uw pensioen in enig jaar verhoogd wordt, beslist het bestuur. Onder andere op basis van de financiële positie van het fonds.

Ja, de opbouw van uw pensioen in ons pensioenfonds wordt voortgezet als u arbeidsongeschikt wordt. Maar alleen als het UWV heeft geoordeeld dat u volledig arbeidsongeschikt bent en u daarom een WIA-uitkering van de overheid ontvangt. Ons pensioenfonds neemt de volledige premiebetaling over. U betaalt hier zelf niet meer aan mee. Dat doet het fonds totdat u met (vervroegd) pensioen gaat of tot u niet meer arbeidsongeschikt bent. Bent u gedeeltelijk arbeidsongeschikt, dan betaalt ons pensioenfonds dat deel van de premie voor u.

Het salaris dat u verdient voordat u arbeidsongeschikt werd, blijft het uitgangspunt voor uw pensioenopbouw. Latere cao-en prijsstijgingen worden niet meer meegenomen. Ook niet voor uw pensioenopbouw. Ingeval van inflatie kan de waarde van uw pensioen elk jaar afnemen. Zie voor meer informatie over arbeidsongeschiktheid en pensioen Wat als ik arbeidsongeschikt word?.

Als u gaat scheiden heeft dat gevolgen voor uw pensioen. Uw ex-partner krijgt recht op een deel van uw ouderdomspensioen. Als u met pensioen gaat wordt daarom een deel van uw ouderdomspensioen aan uw ex-partner uitgekeerd. Ook de ex-partner met wie u ongehuwd samenwoonde, kan recht krijgen op partnerpensioen als u uit elkaar gaat.

U moet uw scheiding melden bij ons pensioenfonds. Er is daarvoor een speciaal formulier. Dit vindt u op rijksoverheid.nl. U moet dit formulier ingevuld en ondertekend binnen 2 jaar na uw scheiding aan het pensioenfonds sturen. En als u andere afspraken over uw pensioen heeft gemaakt, stuurt u dan deze afspraken ook mee.

Zie Wat als ik ga scheiden? voor alle informatie over wat er gebeurt met uw pensioen als u en uw partner uit elkaar gaan.

Als u overlijdt terwijl u in dienst bent bij Transavia, zorgt ons pensioenfonds voor de uitkering van het wezenpensioen voor uw kinderen. Het wezenpensioen start vanaf de eerste dag van de maand waarin u overlijdt en stopt als uw kind 18 jaar wordt. Als uw kind studeert of tenminste 45% arbeidsongeschikt is of een Wajong-uitkering ontvangt, stopt de uitkering uiterlijk als uw kind 27 jaar wordt.

Bent u op het moment van overlijden niet meer in dienst bij Transavia of bent u al met pensioen? Dan ontvangt uw kind geen wezenpensioen. Wezenpensioen wordt alleen uitgekeerd als u nog deelnemer bent aan de pensioenregeling als u komt te overlijden.

Recht op wezenpensioen heeft uw eigen kind of uw pleegkind. Ook de kinderen van uw partner die bij u wonen en voor wie u of uw partner kinderbijslag krijgen of die studerend of invalide zijn, hebben recht op wezenpensioen. Uw kind mag bovendien niet ouder zijn dan 18 jaar. Of niet ouder dan 27 jaar, zo lang het na zijn of haar 18e nog studeert of arbeidsongeschikt is.

Wilt u weten hoeveel wezenpensioen uw kind krijgt, zie Wat als ik kom te overlijden? bij de vraag ‘Hoeveel wezenpensioen krijgt uw kind?’. Voor alle informatie over wat er gebeurt als u komt te overlijden, zie Wat als ik kom te overlijden?.

Weduwen- en weduwnaarspensioen is hetzelfde als partnerpensioen. Ja, ook als u samenwoont kan uw partner recht hebben op partnerpensioen. U moet dan aan een aantal voorwaarden voldoen. De belangrijkste zijn dat uw partner geen familie van u mag zijn. U moet minimaal een half jaar samenwonen en u moet een samenlevingsovereenkomst hebben gesloten die door een notaris is opgeschreven. Deze overeenkomst dient u meteen naar het pensioenfonds op te sturen. Zie , Wat als ik ga samenwonen?.

Als u aan de gestelde voorwaarden voldoet, heeft uw partner recht op partnerpensioen. Onder Wat als ik kom te overlijden? vindt u alle informatie over partnerpensioen.

Uw partner is degene met wie u getrouwd bent of een geregistreerd partnerschap bent aangegaan. Uw partner krijgt partnerpensioen als u overlijdt terwijl u nog in dienst bent van Transavia. Als u niet meer in dienst bent dan krijgt uw partner alleen partnerpensioen als u bij uitdiensttreding of pensioeningang een deel van uw ouderdomspensioen omgeruild heeft in partnerpensioen.

Zie Wat als ik kom te overlijden?. Verder moet uw partner voldoen aan de definitie van partner om partnerpensioen te krijgen. Zie Wat als ik kom te overlijden? bij vraag wie is een partner.

Uw partner krijgt het partnerpensioen vanaf de eerste van de maand waarin u overlijdt. Het partnerpensioen stopt als uw partner komt te overlijden.

U betaalt 8,2% van de pensioengrondslag. De pensioengrondslag is uw pensioengevend salaris min € 18.678 . Werkt u in deeltijd, dan wordt een deel van dit bedrag van uw pensioengevend salaris afgetrokken. De bijdrage betaalt u maandelijks en wordt ingehouden op uw bruto salaris.

Voorbeeld
Stel uw pensioengevend salaris bedraagt € 24.000 bruto. Uw pensioengrondslag is dan € 24.000 min € 18.678 = € 5.322. U betaalt zelf 8,2% van € 5.322 = € 436 bruto mee per jaar aan uw pensioenregeling. Werkt u in 60% en verdient u € 14.000, dan is uw pensioengrondslag 14.000 min 60% van 18.678. Dit is € 2.793. U betaalt dan zelf 8,2% hiervan. Dat is € 229.

Behoort u bij deelnemersgroep 1 (in dienst voor 1 januari 2006)?
U betaalt 8,0% van de pensioengrondslag per jaar. De pensioengrondslag is uw pensioengevend salaris min € 17.802 . Werkt u in deeltijd, dan wordt een deel van dit bedrag van uw pensioengevend salaris afgetrokken. De bijdrage betaalt u maandelijks en wordt ingehouden op uw bruto salaris.

Voorbeeld
Stel uw pensioengevend salaris bedraagt € 24.000 bruto. Uw pensioengrondslag is dan € 24.000 min € 17.802 = € 6.198. U betaalt zelf 8,0 % van € 6.198 = € 495 bruto mee per jaar aan uw pensioenregeling. Werkt u in 60% en verdient u € 14.000, dan is uw pensioengrondslag 14.000 min 60% van 17.802. Dit is € 3.319. U betaalt dan zelf 8,0 % hiervan. Dat is € 396.

U krijgt jaarlijks van verzekeraar Aegon een overzicht van het opgebouwde pensioen. Dit is het UPO, het uniform pensioenoverzicht. Als u niet meer in dienst bent, ontvangt u eens per 5 jaar een UPO. Bent u bij Transavia komen werken vóór 2013 dan krijgt u ook nog een overzicht van verzekeraar Nationale Nederlanden. U heeft daar immers ook pensioen opgebouwd. Op dit UPO staan ook het partner- en wezenpensioen. Daarnaast kunt u altijd uw volledig opgebouwde pensioen en nog op te bouwen pensioen zien op mijnpensioenoverzicht.nl. Hierin zijn ook de AOW en pensioenen die u bij eventuele andere werkgevers hebt opgebouwd opgenomen.